Pijnstillers en hoe ze te gebruiken

Report
Question

Please briefly explain why you feel this question should be reported.

Report
Cancel
Uit het vorige komt duidelijk naar voren dat pijnstillers verschillende aanknopingspunten kunnen hebben. Ze hoeven zelfs niet op het pijncircuit in het zenuwstelsel in te werken om de pijn te verlichten.

 
Antifoglstica of ontstekingsremmers
Deze geneesmiddelen hebben eigenlijk geen directe pijnstillende werking. Wel beperken ze het ontstekingsproces dat aan de oorsprong van de pijn ligt. Op die manier treedt pijnverrnindering op. Ontstekingsremmers worden vaak gebruikt bij reumapijn en artrose. Maar ook bij een verschuiving van een tussenwervelschijf in de rug brengen ze verlichting. Maandstondenpijn reageert eveneens goed op de toediening van antiflogistica. En de laatste tijd blijkt deze groep medicijnen ook te werken op de pijn ten gevolge van een steen in nieren of urinewegen. Antiflogistica zijn dus veel gebruikte medicijnen. Maar ze hebben één belangrijk nadeel: ze tasten het slijmvlies van de maag aan. Daardoor kan het zure maagsap invreten en een maagzweer veroorzaken. Vaak merk je de typische klachten bij een maagzweer (pijn in de bovenbuik na het eten of 's nachts) niet op, want de antiflogistica remmen de ontsteking en zorgen ervoor dat de maagzweer niet of nauwelijks pijn doet. Gevaarlijk is dat wel, want soms is een verwikkeling zoals een maagbloeding of een maagperforatie dan pas een eerste signaal.

Om deze belangrijke nevenwerking te voorkomen, is het best om antiflogistica niet langer dan enkele weken te gebruiken. Dan is een rust¬pauze noodzakelijk om het maagslijmvlies de gelegenheid te geven zich te herstellen. Op die manier is de kans op maagverwikkelingen klein.

 
Spasmolytica
Deze geneesmiddelen werken in op de gladde spieren van holle organen. Het zijn anti-krampmiddelen. Sommige hebben een directe werking op de gladde spiercel rondom een hol orgaan, andere grijpen in via de zenuwvezel die de spier beveelt.

Spasmolytica worden gebruikt om darmkrampen (b.v. bij een geprikkelde darm) te temperen, een 'niercrisis' (ingeklemde steen in de urinewegen) te deblokkeren of de pijn van ingeklemde galstenen te milderen. Ook spasmolytica hebben nevenwerkingen: een droge mond, constipatie en problemen bij het lezen. Die klachten zijn niet zo ernstig. Maar personen met een verhoogde oogboldruk (glaucoom) mijden best spasmolytica omdat de druk plots sterk kan stijgen. Ook mannen met een vergrote prostaat kunnen nare ervaringen hebben met spasmolytica: niet meer kunnen wateren, ondanks het feit dat de blaas overvol is.

 
Anti-migrainemiddelen
Het klassieke middel is ergotamine. Dit geneesmiddel vernauwt de uitgezette bloedvaten die de oorzaak zijn van de eenzijdige hoofdpijn. Op die manier is het mogelijk een migraine-aanval snel af te breken. Toch is het innemen van ergotamine niet zo eenvoudig, want vaak gaat migraine met braken gepaard en wordt het medicijn onvoldoende opgenomen om doeltreffend te zijn. Dikwijls is het beter eerst een anti-braakmiddel in te nemen en een halfuur later een tablet met ergotamine. Nevenwerkingen van ergotamine zijn: misselijkheid, maagstoornissen, diarree en tintelingen in de vingers. Bij langdurig gebruik kan ergotamine een aanhoudende hoofdpijn uitlokken!

Mensen met vernauwde bloedvaten doen er goed aan geen ergotamine in te nemen. Bij hen bestaat het gevaar dat door dit medicijn de bloedtoevoer naar bepaalde organen (b.v. het hart) onvoldoende wordt. Ook tijdens de zwangerschap is het gebruik van ergotamine af te raden. Recent kwam een nieuw anti-migrainemiddel op de markt: sumatriptan. Het is doeltreffender dan alle andere bestaande middelen. Het werkt niet in op de uitgezette bloedvaten maar op de hersenschors waar de migrainegolven ontstaan.

 
Niet-verdovende pijnstillers
De prototypes van deze reeks zijn acetylsalicylzuur (aspirine) en paracetamol. Ze werken in op het begin van het pijn circuit en verminderen de hoeveelheid chemische stoffen die de pijnreceptoren prikkelen. Op die manier daalt het aantal pijnimpulsen dat via het ruggenmerg naar de hersenen loopt. Paracetamol en acetylsalicylzuur werden al besproken in het hoofdstuk over koorts. Elk afzonderlijk zijn het prima medicijnen. De pijnstillende werking kan nog verhoogd worden door het toevoegen van codeïne.

Langdurig gebruik van aspirine kan het maagslijmvlies aantasten. Dat leidt tot oppervlakkige bloedingen en zweertjes. Paracetamol heeft die nevenwerking niet. Soms worden beide pijnstillers samen gebruikt. Dat is niet verstandig, want na jarenlang gebruik kan zo een ernstige en niet te genezen nierafwijking optreden.

Naast paracetamol en aspirine bestaan er nog heel wat niet-verdovende pijnstillers. De werking ervan is zeker niet krachtiger. De ervaring met deze producten is veel geringer dan het al meer dan een eeuw gebruikte aspirine en paracetamol. Vaak worden nieuwe pijnstillers met veel trompetgeschal op de markt gebracht en even later met stille trom teruggetrokken omdat een of andere onverwachte nevenwerking op nieren, lever of beenmerg aan het licht kwam.

 
Verdovingsmiddelen
Dit zijn de krachtigste pijnstillers. Ze werken in op het anti-pijnnetwerk van het zenuwstelsel. Ze stimuleren direct alle zenuwvezels die een verdovende werking uitoefenen. Het prototype is morfine. Morfinederivaten blokkeren dus niet de pijnsignalen op de plaats van ontstaan, maar onderdrukken de pijn gevoelens in de hersenen.

Morfinederivaten zoals Tramadol zijn enkel op doktersvoorschrift te verkrijgen. Ze wor¬den uitsluitend voor zeer ernstige pijnen gebruikt: na een ongeval, bij kanker, een operatief ingrijpen, hartinfarct enz. Ze zijn herkenbaar aan twee schuine rode strepen op de verpakking. Naargelang de pijnstillende werking zijn er drie klassen: zeer krachtige pijnstillers, minder krachtige middelen en medicijnen met intermediaire activiteit. Behalve een verslavende werking bij langdurig gebruik hebben morfinederivaten ook nog kleinere nevenwerkingen, zoals constipatie, misselijkheid, lage bloeddruk en samentrekking van de galwegen.

 
Een goede pijnstiller kiezen
De voorthollende inflatie van pijnstillers voor dagdagelijks gebruik is enorm. Dit hoofdstuk is daarvan een illustratie. Toch staat vast dat de laatste honderd jaar geen betere en veiligere pijnstillers zijn ontwikkeld dan acetylsalicylzuur (aspirine) en paracetamol. Elk afzonderlijk zijn het prima pijnstillers voor gebruik in de huisapotheek. Slik ze echter nooit door elkaar of in combinatie: de pijnstillende werking vergroot niet en de kans op nevenwerkingen (nierafwijkingen) neemt toe.

Om het pijnstillend effect van acetylsalicylzuur of paracatamol te verho-gen, kan codeïne toegevoegd worden. Kies dus preparaten met acetyl-salicylzuur of paracetamol, waaraan eventueel codeïne toegevoegd is. Alle andere samenstellingen zijn niet beter en mogelijk schadelijker voor het lichaam.

Als je paracetamol of acetylsalicylzuur inneemt samen met enkele tas-sen koffie, zal de pijnstillende werking toenemen. Cafeïne vergroot de analgetische eigenschappen van beide middelen.

 

Meer weten over pijnstillers? Bezoek dan:

https://onlineapotheek.co/pijn/

https://onlineapotheek.io/pijnstillers/

https://apotheekzonderrecept.co/pijnstillers/

 
Get answer from GenAI
solved 5
Security 4 years ago 0 Answer 49 views +22

About the Author

No bio available.

Answers ( 0 )

Please log in to leave a reply.